10 gedwarsboomd. Waar het liun op aankwam was, de heerschzuchtige Christierna buiten de Nederlanden te houden, en buiten Staat, om onder de Nederlandsche Edelen eene partij te vormen. Hare ruste- loosheid kon het land in gevaar gebragt hebben: hare betrekkingen schreven ten opzigte van het Fransche Hof eene andere Staatkunde voor, dan Filips voornemens was te volgen: hare fierheid zou zieh nimmer onderworpen hebben aan de vernederende voorwaarde, waarop Margaretha de landvoogdij aannam, niets te doen buiten den ach- terraad, waarvan Gran veile hoofd en ziel was. Alles daarlatende, w-at alleen bij gissing kan worden opgemaakt, maken wij, uit het- geen wij weten, de noodzakelijke gevolgtrekking: Toen de Prins den Koning zijne medewerking tot zijn huwelijk verzocht, toen de Ko- ning de uiterlijke bewijzen gaf, dat liij dit verlangen inwilligde, moet het in den tijd geweest zijn, waarin Christierna zieh nog met de hoop op de landvoogdij kon vleijen, en waarin zij niet op het gevoeligst door den Vorst in die verwachting was te leur gesteld. Van de andere zijde is eene weigering van een aanzoek des Prinsen, een aanzoek door den Koning zelven aangedrongen, te meer bevreemdend op het oogenblik, dat Christierna, door staatzuclitige begeerlijkheden geslingerd, van den Koning alles verwachten moest, en in den Prins op een werkzamen en invloedrijken schoonzoon nu en voor het vervolg rekenen kon. Zonder de verklaring van Hooft is het raadsel onoplosbaar. Een geheime invloed moet met beslissenden dwang het omgekeerde hebben te weeg gebragt, van’tgenemen voor het oog der wereld toonde te willen en te wenschen ’. Deze gevolgtrekking gelde wat zij is: tot historische zekerheid kunnen wij haar niet brengen. Onbetwistbaar blijft het, dat de Prins en zijne Duitsehe vrienden, die evenzeer konden en moesten maken. Van zijne ondervinding trok de Prins partij: hij liet al de openlijke betuigingen, dat de Koning voor hem eene hoog aan- zienlijke verbindtenis verlangde, als eene bewezene waarheid gelden; maar bij zieh zelven nam hij zieh voor, noch den Souverein, noch zijnen magtigen minister voortaan meer in zijne huwelijksplannen te mengen, dan wanneer de zaak beklonken was, en de beleefdheid vorderde hen daarvan niet onkundig te laten. Was er iets natuurlij- ker of verständiger? O 1 Het was niet de eenige maal, dat Koning Filips een dergelijk spei speekle. Dom Prosper Levesque verkaalt, uit de papieren van Granvelle, het volgende: “On avoit “flatte Marie Stuard de lui donner en secondes noces Dom Carlos Infant d’Espagne. “Ce inariage 6toit de son goüt. — Maria Stuard fit tout ce qu’elle pouvoit faire avec “bienseance pour assurer la reussite de ce mariage; mais Philippe II ne le lui avoit “propose que pour l’empecher d'epouser Charles IX, Roi de France et d£s qu’il fut “decide que cette demiere alliauce ne se concluroit pas, Philippe ecrivit a Marie “qu’il avoit d’autres vues pour son fils et lui voulut faire agreer l’archiduc Charles “troisieme fils de l'Empereur Ferdinand ce qui ne reussit point; Marie ayant voulu “se choisir eile meine un epoux.” Memoires du Cardinal de Granvelle, T. I, p. 50,61.