Al spoedig na bet afspringen van de verbindtenis met de Prinses van Lotbaringen, kwam die met Anna van Saxen op bet tapijt. Naar verliefdheid of neiging werrl hier zoomin als bij andere vorsten- huwelijken gevraagd, en dit was zoo in den regel, dat wij onder al de bedenkingen, later door Margaretha, door Granvelle en door ande ren ingebragt, in bet gebeel deze niet. opgenomen vinden, dat de Prins zijne aanstaande nimmer gezien noch toegesproken had *. De vraag was welk vermögen, welken rang, welke betrekkingen brengt de bruid ten huwlijk mede? Wij willen schiften w r at wij kun- nen, ten einde het antwoord op die vraag met betrekking tot Wil lems huwelijk in het lieht te stellen. De Duitsche Yorsten dier dagen hadden ijzerhutten, wildbanen en wildbaden. Daarvan leefden zij kommerlijk, zoo zelfs dat zij tot de dienst van magtiger Vorsten, en dat waren vooral de Kö ningen van Frankrijk en Spanje, voor geld bun eigen leven, of ten minste dat van hunne onderdanen veil hadden; dat zij pensioe- uen trokken om stil te zitten bij uitgebroken’ oorlog, of om hunne oversten ten dienste te stellen van eene der beide partijen, beboudens bun aandeel in den buit, of, erger nog, om aan eene, zoo niet aan elke der partijen te verraden, wat er in kreits- of rijksdagen omging, geintrigeerd en besloten werd. Ik overdrijf niets: ik verwijs mijne lezers naar Hortleder en Häberlin, waar zij de onderscheidene besluiten te- gen die veilbeid der Duitsche Vorsten, besluiten, telkens opgewarmd, en telkens bij de uitkomst vruchteloos gebleken , kunnen lezen. Al- ]eenlijk voeg ik eene afdoende verklaring van Keizer Maximiliaan op dit punt in eene aanteekening hieronder 2 . Armoede is geen ver- 1 Uitmuntend zijn daaromtrent de aanmerkingen van den Recensent van van der Horst in den Letterbode van 1851, No. 40: “Had liij zieh toeh Filips’ Gesneriaanscli “huwelijk met Maria Tudor maar herinnerd, en zijn niet minder idyllisch aanzoek om “hare halfzuster Elisabeth, die hij naderhand, om — uit enkel teerheid — haar hu- “welijk met Alencon te beletten, beraamde van kant te lielpen.” De geachte Recen sent had er Keizer Karel’s koppelarijen met zijne bastaarddochter, Margaretha van Parma, kunnen bijvoegen. En de huwelijken uit pure verliefdheid, waren juist in die dagen aan de hoveti de gelukkigste niet: men denke aan Hendrik VIII met zijne talrijke echtgenooten, aan de bigamie van Filips van Hessen, aan de jaloersche krank- zinnigheid van Koning Erik Gustafson. 2 Toen in 1506 de Landvoogdes Margaretha bij Keizer Maximiliaan aanzoek had gedaan, om dooralgemeene rijksbevelen te beletten, dat deDuitscheVorstenen Heeren ten behoeve der opgestane Nederlanders, dienst namen, antwoordde de Keizer aan hären gezant Chantonnay, volgens brief van dezen aan de Landvoogdes, van 21 De- cember, 1500 : “Que les Alemans en avoient faict grandes querelles contre le feu Em- “pereur (Charles) estimans cela ä grande servitude que Ion empesebe le gaignage et “exercice de la guerre aux Allemans et de reeepvoir gaiges et pensions — si c’estoient “Princes dependans immediatement de l’empire, Contes ou Seigneurs ou gens, qui “n auroient rien ä perdre que leurs personnes ou s’il se faisoit par generalles deffences “ehascun scait que rexecution seroit de teile difficulte que les mandats n’auroient “leur respect, force ni vigueur, et que souvent l’empereur Charles souloit dire que “qui avoit argent avoit des Alemans, corame il s’est veu au Ringraff, Reyfenberg, “Tliomassin, Crombach et plusieurs aultres: quant ä s’entemectre aulcungs Princes