VOORREDE. Ik heb allen eerbied voor de eerzame stad Goes, op Zuid-Beveland. Bat echter die stad ten jare 1-577 van Spaansch Geus is geworden, weegt voor mij op de schaal, waarop men de wereldgebeurtenissen pleegt te wegen, evcn zwaar, als b. v. de overgave der stad Naarden in 1814 , toen er aan het herstel der Fransche dwingelandj niet meer te denken viel. Het belangrijkste aan de Satisfactie der stad Goes is thans de beschrijving dier gebeurtenis zelve. Be laatste, maar niet de minste der liaadpenstu- narisscn onzer oude Republiek, waar het geleerdheid, talent en braafheid geldt, L. H. van de Spiegel, toen nog Pensionaris der stad Goes, schreef daarover een boehje, dat wij ten voorbeeld zouden ivillen stellen aan een’ iegelijh, die zieh aan monografien waagt. 1 Viß ten minste hebben, met al die bescheidenheid, weihe mindere be- hwaamheid van ons vordert, zijne voetstappen meenen te moeten druhheu. Aan eene op zieh zelve dorre gebeurtenis, heeft hij, door die in verband te beschouwen niet hetgeen toen en vroeger in Nederland had plaats ge- had, zooveel belang weten bij te zetten, dat zijn boehje steeds eine der hoofdbijdragen blijven zal tot de geschiedenis van ons Staatsregt, en met de werken van Slingelandt en Kluit in iinen adern verdient te worden ge- noemd. Ons lag eene nog onbeduidender gebeurtenis ter bearbeiding: het huwelijk van Willem van Oranje met Anna van Saxen. Vit een historisch standpunt beschouwd, verdiende dat onderwerp naauwelijks vijftig bladzij- den. Zoo wij er honderd hladzijden meer aan tocgewijd hebben, het is omdat wij aan dat feit kleur en leven hebben willen bijzetten, omdat wij, nnar ons eerlijhste weten, er den voor - en achtergrond hebben bijgeschilderd,