113 dat ik te Dresden was, eene voorlezing over de lijken-verbran- ding. Hij bleek hiervan een zeer geprononceerd voorstander te zijn. Hij wensehte voor de uitvoering van deze bewerking bepaalde gebouwen opgerigt te hebben, en vertoonde gedu- rende zijne voorlezing een teekening, zulk een gebouw voor- stellende. Zeer in bet kort medegedeeld, zoude deze verbrandings- metkode, volgens het door hem voorgedragen svsteem, kunnen geschieden door oververkit gas, betwelk op het lijk, in een ge- metselden kuipvormigen oven nedergelegd, van alle zijden plotse- ling zouden stroomen. Volgens Prof. R’s. bewering, zoude het lijk in ongeveer een half nur totaal verbrand zijn, en het hoopje asch zoude dan in een urn knnnen bewaard worden. Prof. Fleck deelde ons mede, dat hoe aanlokkelijk de circulerende teekeningen, van Prof. R. ook voorgesteld waren, (een geeste- lijke in misgewaad, welke den zegen over deze asch afsmeekte, ontbrak op de teekening, evenmin als eene treurende familie welke deze verbrandings-ceremonies bijwoonde) — deze ver- brandings-methode practisch zeer moeijelijk nitvoerbaar, zoo niet onuitvoerbaar konde genoemd worden, en wel om de reeds hierboven bescbrevene reden, dat de hitte zeer moeijelijk tot in het binnenste der Organen doordringt, daar deze bitte door de zieh gevormd hebbende brandkorst niet verder wordt voort- geleid. De tijd door Reclam aangegeven, was zeker te gering, en om zieh hiervan te overtuigen, neme men eens de proef om een aardappel, welks water-percent niet zooveel met dat van den mensch verschilt, geheel tot asch te verbranden. Men schatte den tijd daarvoor benoodigd niet te gering; om alzoo den mensch volledig te kunnen verbranden zoude men moeten over» gaan deze tot zeer kleine massa’s te verdeelen, om zoodoende dit doel te bereiken, doch dan nog komt een tweede zaak waar- over Prof. Fleck den heer Reclam interpelleerde. De hoeveel» heid asch in de urn te bewaren bedroeg, volgens Reclam circa 2 poud, doch Prof. F. toonde aan, dat deze hoeveelheid, voor- 8