Bij besluit van Z. M. den Koning, dd. 23 October 1873, n°. 26, werd ik bestemd tot het bijwonen der: „ Militair-Arztliehen Fortbildung’s Curse für das Königl.-Säcksiscke Sanitäts-Corps,” een cursus welke van medio October tot medio Februarij ge- houden wordt, en over welks doel ik mij voorstel in de volgende bladzijden eenigzins uitvoerig te zullen handelen. Den 2den September 1873 werd door het Nederlandsche Ministerie van Oorlog, door bemiddeling van het Ministerie van Bnitenlandsche Zaken, aan de Saksische regeering verzocht, of er, behoudens eene nadere goedkeuring van Z. M. onzen Koning, geene bezwaren tegen de detachering van een Nederlandsch officier van gezondheid aan bovengenoemde school, bestonden. Op bovengenoemd verzoek, ontving het Nederlandsche Ministerie eerst medio October een günstig antwoord, zoodat ruijn gaan naar Dresden werd vertraagd en ik daardoor dezeu cursus niet van den beginne af aan konde bijwonen, doch mij eerst op den lsten November 1873 bij de autoriteiten te Dresden konde aanmelden. Ik behandel deze zaak, schijnbaar van zeer geringe beteekenis, daarom uitvoerig, om reden men bij voorkomende volgende gelegenheden, hierop aandachtig möge zijn, en men vooruit bedenke, dat een dergelijk verzoek in Duitschland door verschil- lende handen moet gaan. Op 1 November 1873 dan, meldde ik mij, in de eerste plaats aan bij den clief van de militaire geneeskundige dienst in Saksen, den Generaal-Arzt Dr. W. Roth, een flink persoon, in de kracht zijns levens, en betrekkelijk nog jong voor zulk eene hooge positie. Deze hooge militaire betrekking heeft bovenge noemde General-Arzt te danken aan zijn overgang van het