14 nogmaals de college’s in operatieve Chirurgie, oogheelkunde en oorheelkunde bij te laten wonen, terwijl deze beeren van 1 Mei tot 1 September 1871 naar Berlijn en Weeneu gingen, om ook daar nog gedurende vier maanden te hospiteren, en zieh zoo- doende zooveel mogelijk op de koogte te stellen van bet vak, hetwelk bun later werd toevertrouwd om te doceren ; en dat. hier geen kapitaal was verspild, bleek uit de wijze waarop deze beeren, welke nu slecbts körten tijd als docent werkzaam waren, bunne opgedane ervaring aan banne collega’s wisten mede te deelen. Maar tevens droeg de General-Artz ook voor de toe- komst zorg, want door toevallige ontstentenis van een der docenten, zoude het alligt mogelijk kunnen zijn, dat een Col lege voor korteren of längeren tijd zoude gestaakt moeten worden. Om dit nu te voorkomen, droeg bij zorg dat de plaats van eersten assistent-arts aan de kliniek voor inwendige, chirurgische en oogziekten aan de universiteit te Leipzig, door drie militair- artsen werd vervuld. Verder wordt door zij ne bemiddeling de betrekking van assistent-arts in het „Kreiskrankenstift te Zwickau”, een berg- weik rnet vele ijzerfabrieken, alwaar dagelijks chirurgische gevallen ter behandeling voorkomen, door een militair-arts bezet, en weid eindelijk een assistent-arts naar Weenen gedetacheerd, om zieh aldaar speciaal op oorheelkunde toe te leggen. Het gedetacheerd zijn te Leipzig en te Zwickau levert geene geringe voordeelen op. De vier aldaar geplaatste militair-genees- kundigen zijn toch in een leersckool voor hun geheel vol- gend leven van het grootste belang. Doch behalve dit zijn de vooiwaaiden kunner detachering niet onbelangrijk; boven het militaiie tiactement dat blijft doorgaan, bekomen zij het tiactement verbonden aan de betrekking van eersten assistent- arts aan de universiteit, vrijewoning, vuuren licht; daarentegen moeten deze heeren zieh verbinden om, voor elk jaar dat zij als zoodanig werkzaam zijn, het land twee jaren als militair- medicus te dienen.