I. De tijd dien wij beleven, inzonderheid de tweede helft der 19 c eeuw', is rijk aan gebeurtenissen van versehillenden, vaak lijrsregt tegrn elkander inloopenden aard; rijk inzonderheid ook aan vorderingen op industrieel gebied, teil gevolge waar- van het maatschappelijke leven in onderseheidene opzigten, zelfs in betrekkelijk körten tijd, aanzienlijk gewijzigd werd. Dit is zelfs in die mate het geval, dat onze handelingen, ja de geheele rigting van ons leven, zoozeer verschillen van die van het geslacht, dat ons onmiddellijk voorafging, dat wij zelf, lioezeer van de vaarlieid daarvan overtuigd, ja, niettegenstaande we die veranderingen voor een grooter of kleiner deel als onder onze oogen zagen plaats grijpen, de eene uit de andere zagen ontspruiten, zooals aan den boom de jonge twijgen uit de takjes des vorigen jaars, w T ij ons daarvan somwijlen maar eeD scheraeraclitig begrip kunnen vormen. Daaronder reken ik ook het reizen. Was toch eene reis door Belgie nog vödr omstrceks vijf en twintig jaar voor 1